Kennis in een nieuwe situatie kunnen gebruiken om een probleem op te lossen
Sleutelwoorden:
- pas toe
- los op
- verander
- onderzoek
- demonstreer (laat zien)
Dobbelsteen-spel
Teken op een dobbelsteen een: oog, oor, neus, mond, hand en hart. Bij een mooi moment in het verhaal wordt de dobbelsteen gerold. Als het oor boven ligt stelt de leerkracht de vraag: Wat zou de hoofdpersoon horen? Bij het hart: Hoe zou de hoofdpersoon zich voelen? Neus: Wat zou de hoofdpersoon ruiken? Hand: Wat zou de hoofdpersoon nu kunnen doen? Mond: Wat zou de hoofdpersoon kunnen zeggen? Oog: Wat zou de hoofdpersoon zien?
Demonstreer
De kinderen beelden uit hoe de hoofdpersoon doet, zich voelt, kijkt, beweegt, loopt, praat.
Oplossen
Leg voorwerpen (afbeeldingen) in de kring …welke zou de hoofdpersoon kunnen gebruiken om…? Voorwerpen kunnen bijvoorbeeld zijn: schaar, hamer, zaag, touw, papier, pen e.d. De leerkracht doet hardop denkend voor welke voorwerpen de hoofdpersoon zou kunnen gebruiken. De kinderen denken mee. De kinderen kiezen in tweetallen een voorwerp en vertellen het aan elkaar.
Onderzoek
Nodig: een informatief boek, bijvoorbeeld over een dier. Een groot vel papier wordt in drieën verdeeld. In het eerste vak tekent en schrijft de leerkracht samen met de kinderen een paar dingen die de leerlingen al weten over het dier. In het middelste vak bedenkt de leerkracht samen met de kinderen iets wat ze over het dier willen weten.De leerkracht bekijkt samen met de kinderen de illustraties en zoekt hardop denkend naar het antwoord. Het antwoord op de vraag wordt in het laatste vak geschreven.